Het indrukwekkende verhaal van Rodney

 “Dit is het einde van je val”

Hij voelde zich waardeloos, een verstoten vogeltje. Al zijn moed had hij bij elkaar geraapt om bij inloophuis Open Haven naar binnen te gaan. Daar was hij timide in het verste hoekje op een stoel gaan zitten. Zo onopvallend mogelijk.

Dakloos

Waarom ben je hier? Het is een simpele vraag, maar voor de 37-jarige Rodney Tielman biedt het een opening om eindelijk zijn verhaal te doen. Rodney is op dat moment dakloos en lijdt aan een depressie. Na zijn scheiding zakt de wereld onder zijn voeten weg en lijkt hij alleen nog maar te kunnen vallen.

Gastvrije plek

Ik spreek Rodney Tielman op het moment dat de inloophuizen van het IDO nog gesloten zijn vanwege het virus. We kunnen er wel terecht voor een interview. Op de achtergrond ratelen naaimachines. Er worden mondkapjes gemaakt, zodat de boel weer open kan. De behoefte aan de gastvrije plek is groot. Dat merk ik als ik zelf voor de deur sta. Een oude heer komt snel aangefietst en vraagt: zijn ze al open? Een jongeman komt de hoek om en vraagt of hij naar binnen mag.

Het inloophuis speelt een rol van betekenis.

Vriendelijke ogen


Er zit een brede man tegenover mij. Zijn gezicht is een beetje verscholen achter een mondkapje, maar daarboven kijken een paar vriendelijke ogen mij aan. Als ik mijn eerste vraag stel, neemt hij het heft in handen. “Zal ik mijn hele verhaal vertellen? Dan krijg je vanzelf antwoord op al je vragen”. Ik neem een slok thee, zak wat achterover en luister.

Een duistere huurplek

“Het begon met mijn scheiding drie jaar geleden. Ik verliet het huis vrijwillig want ik wilde niet mijn ex en de kids op straat zetten. Daarna ben ik zwart een kamer gaan huren. Het was een duistere plek waar ik mijn scheiding niet kon verwerken. Daar zakte ik langzaam in een depressie en kreeg een psychose. Een vriend van mij nam me mee naar Almere waar een aantal dokters concludeerden dat ik een depressie had. Ik kreeg antidepressiva mee, maar een bed was er niet. In de huurruimte kon ik niet meer blijven. Dat was zo’n slechte plek. Ik pakte mijn spullen bij elkaar en ben weggegaan.”

Met antidepressiva in het bos

Rodney vertelt zijn verhaal aan één stuk. Tijd om een slok thee te nemen gunt hij zichzelf niet. Rodney: “De huurkamer liet ik leeg achter. Even later liep ik met al mijn spullen aan m’n fiets over straat. Ik voelde me verschrikkelijk. Het leek alsof iedereen naar me keek en wist dat het helemaal niet goed met me ging.

Alsof iedereen zag dat ik dakloos was. Waar moest ik heen?

Ik wist het niet.”Uiteindelijk vindt hij een rustige plek in één van de Lelystadse bossen. Hij slaapt er en slikt er zijn antidepressiva. Als hij eraan terugdenkt is hij er nog steeds verbaasd over “Je kunt wel gewoon je medicijnen ophalen bij de apotheek, maar een dak boven je hoofd dat valt niet te regelen. Dat is toch raar. Van medicijnen alleen word je niet beter.”

Verstoten vogeltje

Een mobieltje heeft Rodney nog wel en wanneer hij een vriend spreekt en vertelt dat hij in het bos slaapt, tipt die hem om naar het inloophuis te gaan. “Mijn vriend had bij Frouke Fennema in de klas gezeten en hij wist dat zij bij het IDO werkte. Als een verstoten vogeltje ben ik er naar toe gegaan, maar het was het beste wat ik had kunnen doen. Dankzij de mensen hier heb ik nu een dak boven mijn hoofd, voel ik me stukke beter en heb ik werk.”

Zo hoeft geen mens te leven

Dat ging natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Rodney vertelt verder: “Het begon eigenlijk met die simpele vraag: waarom ben je hier? Dat was zo’n open vraag, dat alles er in één keer uitkwam. In een apart kamertje vond ik een luisterend oor. “ Rodney vertelde over zijn scheiding en de ellende waar hij in zat. “Ik weet nog precies wat ze antwoorden”, vervolgt hij. “Zo hoeft geen mens te leven. Via hun contacten kon ik een tijdje in een caravan slapen op het terrein van evangelische kerk De Pijler. Ik mocht douchen bij het IDO. Het lijkt zo vanzelfsprekend douchen, maar je voelt je er na zoveel beter. Die caravan creëerde rust en ik kon weer even ademhalen.”

Als je verdwaalt bent, heb je ritme nodig

Rodney is een boeiende verteller. Een spraakwaterval en een tikkeltje verlegen hier en daar. “Bij het IDO kon ik als gastheer aan de slag. Elke dag hier komen gaf vastigheid. Als je verdwaalt bent, heb je ritme nodig.” Rodney ging bij het IDO koken, voelde de waardering en daarmee groeide ook zijn zelfvertrouwen. Inmddels heeft hij een betaalde baan als warehouse-operator bij het Spaanse modeconcern Inditex in Lelystad.

Dit is het einde van je val

Rodney: “Toen ik hier binnenkwam zeiden ze. Dit is het einde van je val. We gaan nu met de spiraal omhoog. Zo was het ook echt. In deze coronatijd moet ik wel opletten dat ik niet vergeet waar ik vandaan kom. Ik ben van de week nog wezen kijken in het bos op de plek waar ik geslapen heb.” Rodney heeft nog één groot verlangen, een eigen woning waar ook zijn kinderen kunnen wonen. “Het is verschrikkelijk frustrerend dat dit nog niet gelukt is en het zorgt voor heel veel stress. Ik woon nu al drie jaar op een kamer. Ik heb inmiddels een vast contract en toch lukt het niet om aan een woning te komen. Deze situatie houdt mij dagelijks bezig. Het zou fantastisch zijn als dit een keer werd opgelost.”

Categorieën

Pin It on Pinterest